van Toos, Bep en gekke Henkie

de parels van de Veluwezoom

 

Waarom noem je een kip nou in vredesnaam "gekke Henkie"?  We wilden eigenlijk vanaf het begin twee mooie grote goed leggende hennen en dan denk je toch al gauw aan het ras Barnevelders; gezond en sterk, handtam te maken, weinig broeds, geen vliegers en goedlegse, gezellige scharrelaars. En dan zonder haan, want een nestje kuikens uitbroeden hadden we in een vorig huis al eens beleefd en bij het "in eigen beheer" uitbroeden komt toch nogal wat kijken en is overigens de kans op jonge haantjes die dan eigenlijk (sorry) alleen voor de consumptie zijn, toch waarschijnlijk zo'n 50 %. Lang voordat we de kippen kregen, was er dus al een mooi wit zelfklevend bordje voor op de deur van het hok later, met als tekst (huisnummer 25A) "Toos en Bep"  als herinnering aan die twee luidkeels allerhande onzin uit kakelende zussen van de Dick voor Mekaarshow van de zaterdagmiddag-NCRV-radio. Pas op de dag van het afhalen bij de fokker in Ederveen kreeg ik de boodschap mee "doe er toch maar drie, want als er eentje in de legkast zit, ziek of dood is, dan is dat zo zielig voor die ander". Zo gezegd, zo gedaan en de laatste jonge kip die bij de fokker na Toos en Bep bij d'r lurven werd gepakt en in de grote meegenomen kartonnen transportdoos werd gestopt verweerde zich furieus, zat tijdens dat korte ritje van Ederveen naar Velp onophoudelijk tierend en scheldend tegen de wand van de doos te rammen en deed voortdurend een uitbraak vrezen, zodat we de hele weg het schuifdakje van de Getz maar gesloten hebben gehouden. Bij het thuis openen van de doos zaten er twee in elkaar gedoken in een nat klein hoekje maar deze kickbokser stond rechtop midden in de doos, met gloeiende grote rode kraalogen vol minachting en afgrijzen ons uitdagend aan te kijken. We wisten het zeker: "die is niet goed snik" en de naam voor onze derde kip lag dus voor de hand.We hebben een bordje " 25B gekke Henkie"  laten maken en dat onder dat van z'n zussen op hun deur geplakt.

                                                              

Op een prachtige dag in het vroege voorjaar van 2012 hebben Toos, Bep en gekke Henkie tenslotte hun verblijf aan het terras opzij van de keuken betrokken. Omdat de bouw van hun appartementje best wel een aantal weken in beslag genomen had en wij ons project "kippen onder het keukenraam" niet onder stoelen of banken hadden gestoken maar in tegendeel onze blijde verwachting luidkeels wereldkundig gemaakt, lag de rommelzolder van het kippenhok bij de inhuizing reeds vol met lege eierdozen, ons door meelevende familie, buren en vrienden tijdens de bouw al vast ter hand gesteld. Met uiteraard de terloops uitgesproken wens, ze vol met zo groot en zo bruin mogelijke eieren zo snel mogelijk terug te krijgen. En liever in doosjes van 10 dan in doosjes van 6 eieren.

Maar zelfs de mooiste dubbelgezoomde Barneveldse hen moet nu eenmaal een bepaalde leeftijd hebben wil ze aan de leg gaan dus de eerste weken hebben we volstaan met alleen maar kijken en kijken en kijken en geduldig liefdevol verzorgen. En alles lezen en bestuderen wat er geschreven staat. Het allereerste eitje, ik weet niet eens van welke kip dat kwam, lag klein, zonder kalkschaal en kapotgetrapt midden in de uitloopren. Snel opruimen, voordat ze er de smaak van te pakken krijgen, dat wisten we inmiddels wel. Binnen enkele dagen na deze eersteling waren Toos en Bep beide goed aan de leg. Henkie niet. Die bleef grote kuilen krabben  en wormpjes en pissebedden verzamelen voor de andere twee. En met veel kabaal mussen en mezen de ren uit jagen. Met een verdwaalde jonge Turkse tortel, die echt geen benul had dat-ie door precies dezelfde mazen van het gaas als waardoor hij binengedrongen was, de ren ook weer kon verlaten, had Henkie toch wat meer moeite. Maar zijn waaksheid over de voer- en drinkbakken van Toos, Bep en hemzelf deden Henkie doorzetten. En toen kwam op een dag en onder oorverdovend gekakel, uiteindelijk het moment dat Henkie zelf ook eens een eitje legde. Toos en Bep waren al weer door hun eerste rui heen en trippelden elke dag vrolijk de trap naar de legkast op en daar binnen een kwartiertje met parmantig geheven kop, trots en stil al weer vanaf, maar Henkie beleefde aan al  dat gedoe rond eieren leggen toch aanzienlijk meer stress en emotie. Eieren leggen is zijn ding niet. En nog niet. Als wij binnnenshuis de radio of televisie aan hebben of wanneer boven de kookplaat in de keuken de lawaaiige afzuigkap aan staat, kunnen we heel af en toe daar bovenuit het kabaal horen waarmee Henkie aan de hele Kerkallee bekend maakt dat ook hij een ei gelegd heeft. Maar hij legt ontegenzeglijk het aller-, allermooiste ei.

Een poosje geleden heb ik Henkie eens aan het gaas geroepen, wat extra verwend met levende meelwormen en hem/haar mijn diepe verontschuldiging aangeboden voor inmiddels toch wel bijna een jaar van sexuele discriminatie. Hij/zij is al lang niet meer boos op me, maar ikzelf kan nog steeds niet wennen aan dat overigens wel politiek correcte ge-"Hennie".

Henkie is helemaal wat in de literatuur een alfa-hen wordt genoemd; dat is de hen die in een toom kippen waar geen haan bij is, die hanenrol op zich neemt, de vredestichter is, eten, drinken en snoep versiert bij Els en Cor, het op stok gaan  regelt en 's morgens luidkeels kukelekuhuut om de dag te vieren. Terwille van onze relatie met de buren hadden we tevoren beloofd, geen haan te nemen om niet geluidsoverlastig te zijn, maar Henkie kukelekuhuut dus echt. En knoerdhard. Maar ik heb haar kunstmatig tuk; het blijft door een vernuftig schuivend valluikje in het nachthok aardeduister zolang wij dat wensen. Alleen wanneer we soms het met dat openen van het verduisteringsluik wat al te bont maken (het gewoon vergeten, dus) en al bijna aan het ontbijt zitten, horen we buiten een verontwaardigd en diep beledigd gemor uit het nog gesloten hok opstijgen en dan komen ze, zodra het luikje alsnog gehesen wordt, met hoge nood en in hun haast over elkaar heen tuimelend de trap af stormen, de ren in stuiven om kolossale keutels in de uitloopren te lanceren.

Je kunt van Toos, Bep en gekke Henkie zeggen wat je wilt, het is een bijzonder stel, maar ze hebben wel hun zindelijkheidstraining met glans gehaald.

Omdat de kippen praktisch bovenop het terras wonen, wordt hun verblijf inclusief de hele uitloopren  dagelijks grondig schoongemaakt en van keutels ontdaan. De kippenmest gaat iedere paar weken naar een bevriende moestuinierende kerkelijke broer, die het op waarde schat en regelmatig met heerlijke verse groenten langs fietst.

Wij schrijven nu oktober 2013 en toch begint de verdenking steeds sterker te worden dat Henkie wel degelijk een haan is. Misschien niet zo fanatiek, maar toch. Hij heeft links een heel grote, dieprode lel en rechts nauwelijk een (in deze rui-periode) fletsig lelletje. Een bezopen gezicht wanneer je mekaar aankijkt. Met een kam die veel groter is dan die van Toos en Bep maar de helft ervan hangt als een soort rode vlag bij windstilte opzij van z'n kop. En gelijk de manen van een mannetjesleeuw echt baardveren van minstens tien centimeter. En never nooit meer een ei, evenmin als momenteel Toos en Bep trouwens. En iedere morgen, zodra ze vanuit de duisternis naar buiten mogen, kraaien alsof het hele dorp nog wakker moet worden. Henkie lijkt van de hele rui geen last te hebben en dat komt me ook verdacht voor. Kortom, een regelrechte sollicitatie naar de braadpan. Wordt vervolgd.

Het is nu april 2014 en afgelopen donderdag, "witte donderdag", is Henkie dood gegaan. Bij schemering nog gewoon op stok gegaan en toen we om een uur of half negen, negen uur thuiskwamen en ik ze nog even welterusten ging zeggen, zaten Toos en Bep pontificaal op de hoogste stok, eigenlijk het plekje van Henkie, in het nachthok en Henkie zelf lag koud en stijf gestrekt daaronder. Overdag was Henkie lusteloos, zat buiten in de ren zwaar op z'n buik/borstbeen gezakt in plaats van op z'n poten te lopen en ademde moeizaam. Kleur was gewoon glanzend goed, ontlasting als altijd dun en sproeiend, alleen z'n kam en lellen waren bleek-flets en slap aan het worden. Toos en Bep moeten wel wat in de gaten gehad hebben want ze waren voortdurend om Henkie heen en  pikten z'n snavel. Henkie at niet of niet veel, ook geen droge meelwormen voor z'n neus, dronk alleen wel regelmatig. Ik heb geen dierenarts geraadpleegd - er zat eigenlijk overdag nog wel goed leven in hem en van het drinken knapte hij ook echt op. Legnood is onwaarschijnlijk, ook al gezien z'n regelmatige ontlasting en de hoeveelheid daarvan. Op grond van de fletse kam en lellen en z'n kortademigheid houd ik het maar op z'n hart. Ik heb hem niet "lichamelijk" onderzocht of opengesneden. Voorlopig houden we het op alleen Toos en Bep, die overigens braaf iedere dag beide een eitje leggen. Wel met de afspraak met Els, dat, als een van hen tweeen dood mocht gaan, de ander in de pan  gaat en er een toom krielen komt, zonder haan. Of een grote gans bij wijze van waakhond.

Maar we hopen dat dat nog lang duurt en Toos en Bep doen het prima !

We schrijven voorjaar (juni) 2014

Sinds de dood van gekke Henkie is er best wel het een en ander veranderd in het kippenhok.

In de eerste plaats: op een aandoenlijke manier probeert Toos de rol van Henkie over te nemen. Door bijvoorbeeld met een schorre stem, helemaal niet lijkend op die van een haan en in elk geval nog veel amechtiger dan het reeds meelijwekkend gekerm van Henkie, de ochtend wereldkundig te maken. Met de zomerdag zoals nu in juni worden we er wakker van. Eerst een  wat onhandig gestommel en gebonk in het nachthok als ze koerend met een bons van hun stok op de bodem springen, dan een luid maar bedachtzaam getrippel om uit het nachthok via het trapje op de begane grond te komen en dan begint Toos me bij mijn naam te roepen. Tegen een nog dichtgeschoven slaapkamergordijn wel te verstaan. Maar ze weet dat het slaapkamerraam open staat en dat ik het hoor, ook al probeer ik, niet te reageren. “Kốhốh, Kốhor,” het gaat je door merg en been als je nog lekker in bed ligt.

En als ik niet reageer, gaat het allengs harder, zo iedere 30 seconden een paar decibel erbij. “Kốh, Kốhor,” Op een gegeven ogenblik wordt het gênant voor de buren. Ligt die luilak van Le Colombier er nóg in !? …….  En dat om zo’n onnozel handjevol  kippensnoep. Pittige zaadjes, kleine maiskorrels, gedroogde meelwormen en wat zonnebloempitten. Om meer gaat het op dat moment nog niet.

Als het dan te gek wordt, ga ik er uit, schiet in m’n ondergoed bij de voordeur mijn klompen  aan, mopper iets over dat ze niet goed bij hun botte kippenhersens zijn, zo'n kabaal te maken en haal gehoorzaam het zakje kippensnoep van de zolder van het hok. Toos en Bep zijn bij het zien van de snoepzak dan al bloednerveus tegen het gaas aan het springen en bij iedere stap die ik langs het hok loop, richting voerplek, rennen ze begerig mee, geen oog van het snoep af. Vroeger vond ik het prachtig wanneer ze dan uit mijn hand kwamen eten, maar tegenwoordig hakken ze met hun sterke snavels zo ongeveer mijn vingers kapot en daarom gooi ik het snoep maar door het gaas heen. En zoals je soms ook een huilende baby met een speen of tepel de mond snoert, is het dan ogenblikkelijk  stil in de kippenren en beginnen ze vredig in de grond te krabben en te pikken.

Hoopvol loop ik dan langs de legkast terug naar binnen en kijk stiekem even of er niet een eitje gelegd is. Al was het maar voor de moeite of zo. Welnee, Er moet dan toch wel eerst nog het nodige méér gebeuren; vers water, een dagrantsoen legkorrels dan wel gemengd graan, keutels ruimen, trap schoonmaken, luiken voor het nachthok weg en wat de dames verder nog op hun verlanglijstje hebben. Vers loof van radijsjes bijvoorbeeld. Of vandaag liever klein gesneden ijsbergsla. Met een toefje peterselie erop. En morgen een mix van weegbree met wat paardenbloembladeren. Zonder bloemstengels, dat wel, Cor, denk erom!   Ja hoor, Toos. Verder nog wat van uw orders ?

Begin november 2014. Toos en Bep beide enorm aan het ruien en eieren worden nu uit de supermarkt betrokken. Eergisteren lag er op een hoogst ongebruikelijke plek opeens wel weer een ei (van Toos). Over de dood van Henkie vertelde ik op een feestje aan de dochter van een buurvrouw en die had op vergelijkbare wijze een kip verloren. Wat wij met Henkie hadden gedaan. "Nou, om eerlijk te zijn, in de groene kliko, maar wel onder een hele berg roze prunis-bloesem". Nee, zij hadden hun dode kip laten cremeren. Laten cremeren ? Ja, heel chic. Hun dode kip was weliswaar ook in de kliko gegaan, maar die ging de volgende dag naar de vuilverbranding.

Tja, zo kan ik het ook !

Wordt vervolgd .....

Tegen de kerst 2014:

Ik ben er van overtuigd geraakt dat Bep zich aan de dominantie van Toos aan het ontworstelen is. Aandoenlijk! Als de kippen eieren leggen, is dat altijd in de achterste van de twee legkasten. Ze hebben weliswaar de keuze, maar beide dieren leggen echt altijd hun eieren in de achterste kast. Ook als daar al een ei in ligt, wordt er gewoon een ander ei bij gelegd. Als Toos de trap op loopt om te gaan leggen, dwingt ze Bep min of meer om mee te gaan. En wanneer Toos dan ook nog wat broeds is, moet Bep zelfs mee in die achterste legkast en wordt de arme kip daar dan totaal overvleugeld door Toos, helemaal onder de klamme warme vleugels weggefrommeld. Maar nu al een paar weken achter elkaar er heel af en toe een ei in de voorste legkast ligt, ben ik er toch van overtuigd geraakt dat Beppie, als eerste uit de rui gekomen, haar eigen plek en leven heeft gekozen en de rug aan het rechten is. Ik wordt warm van bewondering. Tot vrijdag voor Kerst 2014 er weer een ei in de voorste kast ligt maar ditmaal met een briefje eraan geplakt: "in verband met de kerstvakantie leggen wij de komende twee weken geen eieren".  En als door de bliksem getroffen besef ik dan pas, dat ik weken lang ben beetgenomen door de studenten van boven............